De data protection officer na de invoering van de AVG/GDPR

Je hebt het vast ook gemerkt in je digitale brievenbus: vanaf 25 mei 2018 geldt in de hele Europese Unie de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), ook bekend als de General Data Protection Regulation (GDPR. Eén van de nieuwe maatregelen van de privacy-verordening is dat sommige bedrijven een data protection officer (DPO) moeten aanstellen. Maar wat moet die nieuwe functionaris nu precies doen?

De aanstelling van een DPO is verplicht in de volgende gevallen:
- als de organisatie vanwege de aard of de omvang van de activiteiten op grote schaal stelselmatig en periodiek perspersoonsgegevens vergaart en verwerkt;
- als de organisatie als kernactiviteit heeft om (bijzondere) persoonsgegevens te vergaren en verwerken, denk aan gegevens over gezondheid, ras, politieke opvatting, geloofsovertuiging of strafrechtelijk verleden;
- als het een overheidsdienst met uitzondering van rechtbanken betreft.
Is jouw interne organisatie voorbereid?
Als jouw organisatie een DPO moet hebben, dient de volledige interne organisatie daarop voorbereid te zijn. Je dient taken en verantwoordelijkheden toe te wijzen en – zeer belangrijk – de betreffende personen te voorzien van de middelen die nodig zijn voor uitvoering van die taken. Het heeft geen zin om een DPO te benoemen en hem vervolgens met verkeerde taken te belasten.
Belangrijk blijft dat gegevensbescherming op de agenda van het management staat. De AVG maakt duidelijk dat de DPO de opdracht heeft om te adviseren, ondersteunen en controleren. Hij is echter niet degene die bijvoorbeeld de interne organisatie opzet, de procedures onderhoudt of de risico’s analyseert. Dat is een wijdverbreid misverstand. Daarom is het ook zo belangrijk om duidelijkheid te scheppen over de interne organisatie, de taken en verantwoordelijkheden correct te beleggen en adequate procedures te formuleren.
Met andere woorden, gegevensbescherming moet in de bedrijfsvoering geborgd zijn. Dat is niet alleen belangrijk vanwege de wettelijke verplichting om functies te scheiden, maar heeft ook praktische redenen. De DPO kan onmogelijk weten waar overal binnen de organisatie nieuwe databases met persoonsgegevens ontstaan. Hij kan onmogelijk de risico’s inschatten die het gebruik van die gegevens oplevert. Dat geldt in ieder geval voor grote, internationaal opererende bedrijven. Een duidelijke, heldere organisatiestructuur vergroot de slagkracht, juist in aanloop naar de inwerkingtreding van de AVG.
Opleiding is belangrijk
De nieuwe DPO heeft een belangrijke taak om de nieuwe verordening te ontleden en op elk niveau gepaste maatregelen voor te stellen. Om in de organisatie de juiste condities voor naleving van de verordening te creëren, is bovendien training en opleiding noodzakelijk. Medewerkers hoeven de artikelen en paragrafen uit de AVG niet uit hun hoofd te leren. Ze moeten echter wel ervan doordrongen zijn dat zij een brengplicht hebben en dat de DPO niet zelf binnen de organisatie op zoek moet gaan naar de vereiste informatie.
Wie wil starten met het verzamelen van persoonsgegevens – bijvoorbeeld op de HR-afdeling of binnen verkoop en marketing – moet zichzelf eerst de vraag stellen over het doel en de omvang daarvan. Hij moet zelf in een vroegtijdig stadium contact met de DPO zoeken en om ondersteuning vragen. Hij kan dan helpen om de juiste maatregelen te nemen. In sommige gevallen kan de uitkomst ook zijn dat het verzamelen van persoonsgegevens wordt afgeraden. Bijvoorbeeld omdat veel onnodige gegevens worden verzameld of omdat ze conflicteren met andere verplichtingen.
Daarnaast moeten natuurlijk de consequenties van de nieuwe verordening voor het bedrijf geanalyseerd worden. Een adequaat projectmanagement met planning en met inachtneming van de prioriteiten en betrokken personen is raadzaam. Zaak is om het project op te pakken, de nieuwe verordening serieus te nemen en het positieve aspect van de gegevensbescherming te omarmen. Het gaat om de bescherming van burgers en hun recht om zelf over hun data te beschikken.
9 tips voor de implementatie van de AVG:
|
3 misverstanden over gegevensbescherming Hier geldt het principe van functiescheiding. Artikel 39 van de AVG omschrijft in heldere bewoordingen de taken van de Data Protection Officer:
Veel zaken die in de praktijk als haalplicht van de DPO worden beschouwd, worden in de wetgeving juist als brengplicht aangemerkt. Het topmanagement of de betrokken afdelingen moeten daarvoor zorgen. Zij dienen verantwoord met persoonsgegevens om te gaan. 2. Gegevensbescherming is alleen maar lastig. Het kan kloppen dat gegevensbescherming niet nadrukkelijk bijdraagt aan de funfactor binnen het bedrijf. Maar de AVG beschermt personen. Dat betreft jouw medewerkers, jouw handelspartners, jouw prospects, jouw websitebezoekers en – niet in de laatste plaats – jijzelf. Wie gegevensbescherming serieus neemt en goed voorbereid is, zal merken dat naleving van de nieuwe wetgeving juist een concurrentievoordeel kan zijn. 3. Ik moet de allernieuwste technologie inzetten. Dat is niet per definitie het geval. De AVG noemt in Artikel 32 het begrip ‘stand der techniek’. Dat is volgens algemene opvattingen een milde omschrijving, die niet alleen duidt op moderne maar ook op bewezen oplossingen. De ‘stand der techniek’ is een criterium dat naast andere criteria als implementatiekosten en risico-analyse geldt. |
De algemene geboden voor gegevensbescherming Legitimiteit checken Stemt de betrokkene toe – en wordt hij vooraf juist geïnformeerd? Is er een zakelijk doel dat duidelijk voorrang heeft boven de privacybelangen van de betrokkene? Is er geen ander manier om dat doel te bereiken? Zijn er contractuele of wettelijke verplichtingen? Als dat niet het geval is, wordt het lastig om geldige argumenten te benoemen. Aan deze voorwaarden moet ook intern worden voldaan, wanneer ook maar overwogen wordt persoonsgegevens vast te leggen. Documentatie, verantwoording Leg vast wat je doet en waarom je dat doet. Omschrijf de argumenten waarop jouw beslissingen zijn gebaseerd. In de meeste gevallen zal de DPO de wettelijke voorschriften kennen, maar ook relevante websites bieden soms uitkomst. Benut daarbij zo mogelijk ook de verder gebruikte documentatie. Leg ieders taken en verantwoordelijkheden vast. Datasecurity Om persoonsgegevens adequaat te kunnen beschermen zijn ook maatregelen op het gebied van datasecurity vereist. De maatregelen moeten waarborgen dat de data – rekening houdend met de stand der techniek – goed zijn beschermd. Als je gegevens verwerkt in opdracht van klanten, kunnen zij inzage in de maatregelen opeisen. Wie als dataverwerker veel klanten heeft, doet er goed om over relevante certificaten na te denken. Doelgroep zijn de personen wiens gegevens verzameld, verwerkt en gebruikt worden De betrokkenen hebben er belang bij dat hun data tegen misbruik zijn beschermd. Als gevolg van de AVG krijgen zij bepaalde rechten: rechten op informatie over, op verandering van of zelfs verwijdering van data. Bedrijven hebben een informatieplicht richting de betrokken personen. Dataminimalisatie in relatie tot gebruik Persoonsgegevens mogen alleen worden verzameld en verwerkt als daarvoor een grondige reden bestaat en als daarvoor toestemming is gegeven. Voorkom dat je data verzamelt die niet strikt noodzakelijk zijn, ook vanwege de daaraan gekoppelde inspanningen. De kans bestaat dat de controle daarop in handen wordt gelegd van de betrokken partijen zelf. Dit gebod is ook de aanleiding voor de volgende principes (Artikel 25 in de AVG):
|
De auteur is directeur van IT-dienstverlener AEB Nederland.
Reacties